Wat ben je aan het doen, Dirk?
Deze vraag achtervolgt me al sinds mijn kindertijd, lang voor Facebook met zijn hebberige nieuwsgierigheid ze banaliseerde. Ik weet het niet, of niets bijzonders, scherper heb ik mijn standaard antwoord nooit gekregen. Het is moeilijk antwoorden wanneer je weer eens op heterdaad betrapt bent.
Dat komt zo : ik ben lui. Geuzentrots lui, als in luie mensen zijn gewoon efficienter.
Ik ga u niet vervelen met de psychologie achter mijn luiheid, zoals altijd en bij iedereen is het fenomeen complex, en lui niet helemaal het juiste woord. Het is niet dat ik niets doe, integendeel – ik heb genoeg strategieën ontwikkeld om twee gezinnen te stichten (niet tegelijk, gelukkig), een roman te publiceren en aan een tweede te werken, en momenteel zo’n drie jobs tegelijk uit te voeren.
En toch.
Ik word erg moe van mijn strategieën, die ervoor zorgen dat ik me lui voel en tegelijkertijd altijd bezig ben, en aan sommige taken helemaal niet lijk te kunnen beginnen.
Een klant met zo’n verhaal geef ik in mijn coachingpraktijk twee opties. Dat beest recht in de ogen kijken, en met alle technieken en trucs die een coach ter beschikking staan het evenwicht tussen doen en niet-doen herstellen (dat begint met het kiezen van een ander woord voor lui, iets als selectief ijverig bijvoorbeeld).
Of – en dit is normaal de minder duurzame optie – op zoek gaan naar een andere strategie die enkel op gedrag inspeelt. Even vergeten wat je erbij denkt of voelt, het gaat dan enkel over het doen, het gedrag.
Dat te veranderen gedrag is de onmogelijkheid om met een taak te starten. Ik weet dat ik het moet doen, ik weet dat ik het zeer waarschijnlijk ook kan, dat ik het zelfs niet helemaal onplezierig zal vinden, en toch: starten is onmogelijk.
Daar zit ik dan. Te kijken naar het lege blad. Eindeloos te scrollen op nieuwssites. Toch nog eerst koffie. Te midden van rommel die maar niet opgeruimd raakt. Me te bedenken dat ik beter een job zou zoeken waar de startimpuls van buiten komt: een klant die door de deur komt, een vastgesteld uur met een vastgestelde taak, en me dan realiseer dat ik ooit, als manager met een vergaderagenda van negen uur ’s morgens tot zes uur ’s avonds, zo’n job had. Waar ik bewust van weggelopen ben, recht in de armen van mijn luiheidsval.
De klassieke time management strategieën helpen me niet, en dankzij de immer inspirerende David Cain (die van Raptitude) begrijp ik waarom:
The popular productivity books tend to focus on managing complex, airtight workflow systems—they assume that you won’t have trouble actually doing the tasks you’ve so perfectly slotted into your immaculate system. The act of doing, itself, always seems to be an afterthought. It’s taken for granted that you can get yourself do everything you need to do as long as you’re organized.
David Cain, How to get things done. Productivity for the productivity-challenged.
Spot on. En productivity-challenged, dat klinkt nog beter dan selectief ijverig.
How to get things done is een dun boekje, met daarin een heel simpele methode om eindelijk aan iets te beginnen. Zo simpel dat je ze overal en altijd kan toepassen. Natuurlijk zou het fijn zijn voor David Cain als u zijn boekje zou kopen, maar misschien kunt u ook al met deze korte beschrijving aan de slag.
Ingrediënten: een takenlijst, een timer, en een blokje (virtueel, getekend, of – zoals ik het doe – een kapla blokje)
Het recept:
- Kies welke taak u de volgende periode wil gaan doen (bv: deze blogpost schrijven)
- Neem even de tijd om u voor te stellen hoe het resultaat er na 25 minuten werk zal uitzien (de helft van de eerste draft, de tweede helft van de draft, een finale versie)
- Werk ononderbroken gedurende 25 minuten, en time die. Laat u door niets of niemand afleiden. Ik herhaal: laat u door niets of niemand afleiden.
- Trek een streep, teken een blok, zet dat kapla blokje recht: proficiat aan uzelf! U hebt een blok werk verzet!
- Pauze
- Herhaal vanaf punt 1
In al zijn simpele elegantie werkt dit systeem verbazingwekkend goed – althans voor mij. Een to-do lijst had ik al, het resultaat van werk visualiseren – start with the end in mind – is een klassieke truc die ik vaak gebruik. En in 25 minuten kan je verbazingwekkend veel doen als je doorwerkt, en het is net kort genoeg om de vele verleidingen van buitenaf te kunnen weerstaan.
Werk ik nu meer?
Nee, niet echt. Niet langer, in elk geval. Sterker nog, voor het eerst sinds lang heb ik momenten dat ik bewust niets doe en daarvan kan genieten. Maar ik krijg wel meer gedaan.
En dat in een paar van zo’n blokjes op een dag. Want die geuzennaam, die wil ik niet zo maar opgeven …

“dat begint met het kiezen van een ander woord voor lui, iets als selectief ijverig bijvoorbeeld” – ik ga altijd voor praktisch. Ik ben niet lui, heus niet! Ik ben gewoon heel praktisch 😉